April 2020: focus op het vroege oeuvre

(Afbeelding 1923)
In de afgelopen maanden heb ik een begin gemaakt met het biografisch onderzoek aan de hand van de autobiografie die Badings aan het eind van zijn leven heeft geschreven: 15 schrijfblokken vol herinneringen, vooral aan het componeren van zijn oeuvre.
Maar het werk interesseert me op dit moment veel meer. Ik heb me verdiept in de theorieboeken die Badings vroeg in de jaren dertig heeft bestudeerd om zichzelf componeren te leren. Op dit moment bestudeer ik de schriftelijke neerslag van een aantal lezingen die hij kort vóór de Tweede Wereldoorlog heeft gegeven over de ontwikkelingen in de nieuwe muziek, en ook over zijn eigen werk. Ik wil dit voorjaar een artikel / hoofdstuk schrijven over de criteria die ik ga hanteren voor de beschrijving van het oeuvre. In eerste instantie zal ik me daarbij richten op de werken die in de jaren ’30 in druk zijn verschenen bij Schott en Universal. Zo kan ik me een beeld vormen van de stijl van Badings in zijn eerste periode.